De voorvering afstellen
Door oneffenheden op je pad schuiven de buitenpoten omhoog over de binnenpoten om de schokken te dempen. Het is het bereik van die beweging dat we de veerweg noemen.
Om na te gaan of de veerweg juist is ingesteld, breng je een kabelbinder aan op de bovenkant van een van de buitenpoten en rond een binnenpoot.
Ga op het zadel zitten, plaats je voeten op de pedalen en je handen op het stuur. Gebruik een muur als steunpunt of laat je vasthouden.
Onze tip: trek hiervoor je gebruikelijke fietsplunje aan zodat je gewicht hetzelfde is als tijdens je ritten.
Door het effect van je gewicht beweegt de buitenpoot over de binnenpoot en schuift de kabelbinder omhoog.
Je bepaalt dan de veerweg door de afstand te meten tussen de kabelbinder en de bovenkant van de buitenpoot.
Bereken de veerweg in verhouding tot de maximale veerweg van je vork. Dat is wat men de SAG noemt (een Engelse term die 'verzakking' betekent).
Voorbeeld: als je vork een maximale veerweg van 100 mm heeft en je bij de voorgaande test 28 mm hebt gemeten, dan bekom je een verhouding van 28 %.
Hoewel het van je toepassing afhangt hoe je je voorvering best afstelt, vormt een veerweg van 25 % een goede basis die je kunt aanpassen afhankelijk van je parcours en je voorkeur.
Opmerking: een downhiller zal eerder gaan voor een hoger percentage, terwijl een crosscountry fietser eerder onder de 25 % blijft.
Om deze verhouding te verlagen, kun je lucht pompen in de linkerplunjer met een speciale hogedrukpomp voor deze toepassing. Omgekeerd kun je de verhouding ook verhogen door een beetje lucht uit de vork te laten ontsnappen totdat je de juiste afstelling bekomt.