MTB ROCKRIDER 920 GRIJS/FLUOGEEL

Als je fiets uit de winkel komt, zijn de schijven en remblokken nog nieuw. Je kunt dan nog niet op volle kracht remmen. Door koud en aanhoudend te remmen (bijvoorbeeld in een afdaling), kunnen je remblokken oververhit raken en "verglazen".

Om dit fenomeen tegen te gaan, raden we aan om je remmen in te remmen. Dit doe je door met elke rem een tiental keer te remmen. Inremmen wil zeggen sterk vertragen van 25 naar 5 km/u, maar zonder je wiel te blokkeren en door slechts één rem tegelijk te gebruiken.

Als je een dun, glad en glanzend laagje op je remblokken ziet, dan zijn ze wellicht verglaasd. Om dit te verhelpen en te voorkomen dat je ze moet weggooien, kun je ze ontglazen met relatief fijn schuurpapier (korrel 120). Draag handschoenen en een mondkapje terwijl je je remblokken schuurt. Monteer je remblokken vervolgens terug op je fiets en rem ze opnieuw in.

De minimale en maximale druk van een band in zijn originele montage met binnenband (Tubetype) worden aan de zijkant van de band aangegeven.

Hou er echter rekening mee dat het oppompen van je banden een kwestie van voorkeur is en dat de druk afhangt van je gewicht, het terrein waarop je fietst en je gevoel.
Je moet dan ook een goed compromis vinden tussen efficiënt trappen (hoge druk) en comfort/grip (lage druk).

Daarom kun je als volgt te werk gaan:
Zoek een kort rondje (5-10 minuten), waarbij je zoveel mogelijk verschillende ondergronden (modder, grillige ondergrond, boomwortels, kasseien…) tegenkomt. Pomp je banden tot de aanbevolen maximale druk op en maak een rondje. Als je band te hard is en je hebt niet voldoende comfort of grip in de bochten, laat er dan een beetje lucht uit lopen. Doe opnieuw een rondje totdat je de optimale bandendruk hebt gevonden.

Let erop dat je niet onder de aanbevolen minimale druk gaat, om te voorkomen dat je band bekneld of lek raakt.
Goed opgepompte banden zijn essentieel bij het mountainbiken. Controleer dan ook regelmatig de druk van je banden.

TUBELESS is een goede manier om het uiterste uit je band te halen. De druk is minder hoog (zo'n halve bar) dan bij een tubetype band. Omdat hij minder is opgepompt, komt het "karkas" van de band rechtstreeks in contact met de ondergrond. Je hebt daarbij geen weerstand door de binnenband.

Als je tubeless rijdt, is het de bedoeling om de druk te verlagen, zodat je optimale prestaties haalt uit je banden zonder dat je velgen de grond raken bij het nemen van een hindernis.

Let op dat je de spanning van 2,5 bar niet overschrijdt bij een TUBELESS-montage, want zo riskeer je de carbonvelgen te vervormen.

Goed opgepompte banden zijn essentieel bij het mountainbiken. Controleer dan ook regelmatig de druk van je banden.

Om het risico op een lekke band of beknelling van je binnenbanden te beperken, kan je de wielen van deze MTB omvormen tot TUBELESS-wielen.

Daar heb je het volgende voor nodig:

-Antilekvloeistof:

DECATHLON: ANTILEKVLOEISTOF VOOR TUBELESS READY-BANDEN EN -VELGEN (8550735)

 

INSTRUCTIES:1. Demonteer het wiel 2. Verwijder de buiten- en binnenband van de velg 3. Bevestig het velglint 4. Plaats een TUBELESS Schraderventiel langs de binnenkant, via het gaatje in de velg 5. Breng de antilekvloeistof aan 6. Monteer je nieuwe TUBELESS-band 7. Pomp de band stevig op, zodat hij goed tegen de velg zit

Lijkt dit je wat te moeilijk, ga dan gerust naar je dichtstbijzijnde DECATHLON-atelier om het klusje te laten uitvoeren.

Nadat je de gewenste instellingen van je vork hebt bepaald, kun je aan een andere persoon vragen om je te helpen. Verder heb je nog een hogedrukpomp voor veringen en een meetlint, meetlat of meter nodig.

Pomp je vering eerst op volgens de aanbevolen instellingen op de buitenpoot van je vork. Om je SAG te verhogen, moet je de druk van je vering verlagen. Wil je je SAG verlagen, dan moet je je vering nog wat verder oppompen.

NB: Denk eraan dat het ventieldopje dient om je ventiel tegen stof te beschermen en de druk van de vering niet vasthoudt. Het heeft dus geen enkele zin om het te hard dicht te draaien!

Tijdens de eerste ritten met je nieuwe fiets zijn er altijd onderdelen die zich logischerwijs nog wat moeten zetten.

Dit is ook het geval voor de wielspaken die je kan horen 'kraken', dat geluid wordt veroorzaakt door de residuele torsie van de assemblage.

Als er een lichte slag in je wiel zit, kan je altijd terecht bij een van onze DECATHLON-ateliers waar ze het wiel met plezier voor jou zullen richten. Profiteer hiervoor van het gratis onderhoud in de eerste 6 maanden na aankoop van je fiets!

Een lek in de band kan er op verschillende manieren zijn gekomen:
- het terrein (doorns, glas, spijkers ...)
- de manier waarop de fiets werd gebruikt (over obstakels rijden: stenen, traptreden, trottoirboorden, putten in de weg ...) zijn de meest voorkomende redenen. Bij doorboring zie je een klein gaatje in de band, als de binnenband klem kwam te zitten tussen buitenband en velg (snakebite) zie je kleine scheurtjes vlakbij elkaar.

Als je echter steeds opnieuw lek rijdt, kan dat een andere oorzaak hebben:
- verkeerde assemblage van het wiel in de fabriek waardoor een van de spaakkoppen de binnenband doorboort
- een ongeschikte (luchtdoorlatende) buiten- of binnenband
- een oud lek dat niet goed werd gerepareerd of een vreemd voorwerp (doorn, stukje glas, stukje metaal, ...) dat in de velg of buitenband is achtergebleven.

Het is dus belangrijk dat je het lek goed onderzoekt en dat je elk vreemd voorwerp verwijdert voordat je de lekke band repareert. Weet je niet hoe je een band kunt (de)monteren, of hoe je een binnenband kunt herstellen of vervangen?

1- Het eenvoudigste is van je wiel afblijven en het tijdelijk herstellen met een pechspray:
Schroef het uiteinde van het buisje van de spray op het ventiel van de lekke band (ventiel omlaag) en spuit de spray in één keer helemaal leeg in de band. De buitenband krijgt zijn vorm en hardheid terug, zodat je probleemloos thuisraakt!

2- Heb je onze schadeverzekering van 1 euro afgesloten, dan kan je daarna de band laten repareren in een van onze DECATHLON-ateliers

3- Wil je liever je binnenband zelf repareren of vervangen, dan kan je de instructiefilmpjes bekijken, je vindt ze hieronder.

Je kan verschillende stappen uitvoeren om je voorvork minder hard te maken:

1/ Controleer de afstelling: ga daarvoor naar het punt 'DE VERING VAN MIJN VORK AFSTELLEN'

2- Voer een basisonderhoud uit: je kan je vork regelmatig onderhouden met wat olie. Breng enkele druppels olie aan op de binnenpoten en beweeg de vork zodat de olie in de buitenpoten geraakt.

3/ Laat een volledig onderhoud uitvoeren in ons atelier.

Je kan verschillende dingen doen om de versnellingen vooraan weer goed te laten werken:

1/ Controleer de kabel en de kabelmantel:
1a. Als de uiteindes van de kabelmantel verkeerd zitten, kan dit de trekkracht van de derailleurkabel hinderen en het schakelen ontregelen. Als er een uiteinde verkeerd zit, zet het dan met de hand terug op zijn plaats.

1b. Als de derailleur niet beweegt, zelfs niet nadat je aan de draaigreep voor de versnellingen hebt gedraaid, dan zijn de kabel en buitenkabel waarschijnlijk geblokkeerd. In dat geval moet je de kabel en kabelmantel vervangen.

Je kunt deze zelf vervangen met behulp van het filmpje in de rubriek "EEN TRANSMISSIEKABEL VERVANGEN" of je MTB naar een DECATHLON-atelier brengen.


2/ Controleer of de derailleurpad niet kapot is:
Een kapotte derailleurpad kan ervoor zorgen dat je derailleur niet meer goed uitgelijnd is en dus niet meer correct kan werken. Ga achter je fiets staan en bekijk de uitlijning van je derailleur.
Als de derailleurpad kapot is, ga dan naar een DECATHLON-aterlier om dit onderdeel te laten vervangen.
TER HERINNERING: binnen de eerste zes maanden na je aankoop bieden we je gratis een volledige onderhoudsbeurt van je fiets.
NB: Als je regelmatig in vochtige en modderige omstandigheden gaat rijden of als je regelmatig met je mountainbike door grote waterplassen trekt, zul je je binnen- en buitenkabels vaker moeten vervangen. We raden je ten zeerste af om je fiets met een hogedrukreiniger schoon te maken, omdat je dan al het vuil in de binnenkabels spuit.

Je remhendel voelt sponzig en/of raakt je stuur voor je echt remt:

tijd om je remsysteem te ontluchten! Je kan hiervoor terecht in een van onze DECATHLON-ateliers waar onze medewerkers het hydraulische remsysteem weer perfect in orde brengen voor jou

Algemeen raden we aan om het remsysteem eens per jaar te ontluchten.

Een scheefgetrokken derailleurpad kan de uitlijning van je derailleur ontregelen, waardoor die zijn functie niet meer correct kan vervullen.

Ga achter je fiets staan en bekijk de uitlijning van de derailleur.

Als de derailleurpad scheefgetrokken of stuk is, kan je terecht in een van de ateliers van DECATHLON om het te laten vervangen, of je kan dit ook zelf doen met behulp van dit filmpje.

Fietsketting gebroken? Dan zijn er twee oplossingen:

1- Zelf je ketting repareren met de hulp van de filmpje. Hiervoor heb je een kettingpons en een snelsluiting nodig.

2- Ga naar een van onze DECATHLON-ateliers waar onze medewerkers je ketting met plezier voor jou zullen repareren.

Om je fiets schoon te maken heb je fietsreiniger, een spons en een borstel nodig.

Spoel de fiets af met de tuinslang voordat je het reinigingsproduct aanbrengt.
Gebruik vervolgens de spons en de borstel om het product doeltreffend aan te brengen.
Het is belangrijk om het product te laten inwerken voordat je de fiets afspoelt.
Spuit met een zachte straal zodat je de mechanische elementen niet beschadigt.

Droog je fiets vervolgens af met een droge, schone en zachte doek.

Om je transmissie te reinigen en smeren heb je een ontvettende spray, een geschikte borstel en smeermiddel nodig.

Bescherm eerst je schijf met een schone doek zodat er geen vet op kan komen. Spuit vervolgens wat ontvettende spray op de transmissie en schrob met de borstel over de cassette, ketting en derailleurwieltjes.

Laat enkele minuten inwerken en spoel dan af met een zachte straal.
Laat de transmissie goed drogen voordat je begint te smeren.

Schud de bus met het smeermiddel en smeer je ketting aan de binnenkant voor de beste resultaten.

Is je transmissiekabel vuil, roestig, beschadigd of heb je problemen met schakelen?

Dan is hij aan vervanging toe! Hiervoor heb je het volgende nodig: een tang, een schroevendraaier, een kniptang, een inbussleutel en een nieuwe set derailleurkabels en -mantels.

Eerst moet je de kabel uit de kabelmantel trekken. Maak het kapje van de shifter los en zet je fiets op de laatste versnelling. Knip vervolgens de kabel door zodat je de volledige kabel en vervolgens de kabelmantel eruit kan halen.

Houd de kabelmantel vervolgens tegen je MTB om de juiste lengte te bepalen. Knip de mantel door en plaats de dopjes aan de uiteinden. Je kunt de kabelmantel nu installeren.

Bevestig de kabel op je shifter en steek hem in de kabelmantel. Als dit gebeurd is, kan je het kapje weer op de shifter plaatsen en de kabel aan de derailleur bevestigen. Span de kabel strakker aan als je moeilijk naar een hogere versnelling kunt schakelen en minder strak als het terugschakelen minder soepel loopt.

Als je klaar bent, knip je de kabel af en zet je met de tang de kabelstopper op het uiteinde.

Om een lekke band te herstellen, heb je het volgende nodig: een pomp, een teil met water, een doek en een binnenbandset.

Pomp de binnenband lichtjes op. Leg hem in een bak met water om het gaatje te vinden. Als je het gaatje gevonden hebt, droog je de binnenband af met een doek. Wrijf met het schuurpapiertje zachtjes over de binnenband. Op die manier maak je de binnenband klaar om te lijmen en hecht de lijm optimaal.

Breng royaal lijm aan rond het gaatje en wacht 3 tot 5 minuten.
Plak de plakker tot slot op het gaatje en druk hem enkele minuten aan.

Nu moet je je binnenband alleen nog in je buitenband plaatsen!

Om deze ingreep uit te voeren, heb je het volgende materiaal nodig: remblokken, een platte schroevendraaier en een inbussleutel van 3 mm.

Haal allereerst het wiel uit het frame. Gebruik vervolgens een grote schroevendraaier om de remblokken te spreiden en de houders in hun originele positie te brengen.

Verwijder de pin die de blokken bij elkaar houdt en haal de blokken uit de houders. Maak de nieuwe remblokken klaar door de veer ertussen te plaatsen.

Bevestig de nieuwe blokjes in de remhoef en steek de pin erdoor.

Maak het wiel opnieuw vast en kijk of de blokjes niet tegen de schijf schuren door even met het wiel te draaien.

Voor deze ingreep heb je een inbussleutel van 5 mm nodig.

Schroef de remhoef los, draai aan het wiel en duw de remgreep in. Houd de remgreep ingedrukt voordat je de remhoef opnieuw vastschroeft. 

Kijk vervolgens of de schijf en de blokjes nog tegen elkaar komen. 

Voor deze vervanging heb je een derailleurpad nodig die geschikt is voor jouw fiets (ga hiervoor naar de rubriek "ONDERDELEN") en een inbussleutel van 5 mm.

Demonteer het fietswiel en de beschadigde derailleurpad met aangepast gereedschap.

Positioneer de nieuwe pad op het frame. 

Verwijder het deel van de oude pad op de derailleur voordat je het nieuwe monteert met de inbussleutel van 5 mm.

Nu moet je alleen nog je derailleur op je nieuwe derailleurpad bevestigen en je versnellingen controleren.

Om de ketting te vervangen, heb je het volgende nodig: een kettingpons, een nieuwe ketting en een snelsluiting.

Plaats de ketting op het laatste tandwiel. Verwijder met een missinglink tang de snelsluiting en haal de oude ketting van de transmissie.

Leg de nieuwe ketting op het laatste tandwiel en het kleinste blad zodat je de juiste lengte eenvoudig kunt bepalen. De ketting moet strak zitten, leg deze om het grootste kransje van het bovenste derailleurwieltje. Zodra je de lengte hebt bepaald, knip je de ketting op de juiste lengte af met je kettingpons.

Maak de snelsluiting vast aan de ketting en laat het wiel een slag ronddraaien zodat de snelsluiting nu bovenaan komt te liggen, druk er met je hand op om te controleren of hij goed zit.