MTB ROCKRIDER XC 900S

Als je fiets uit de winkel komt, zijn de schijven en remplaatjes nog nieuw. Je kunt dan nog niet op volle kracht remmen.Door koud en aanhoudend te remmen (bijvoorbeeld in een afdaling), kunnen de remblokken oververhit raken en verglazen.Om dat verschijnsel te vermijden (de remmen worden er volledig onbruikbaar door), raden we je aan de remmen in te rijden.Je remmen zijn volledig ingeremd als je tien keer per rem geremd hebt. Inremmen wil zeggen sterk vertragen van 25 naar 5 km/u, maar zonder je wiel te blokkeren en door slechts één rem tegelijk te gebruiken.

Om het risico op lekrijden of inknellen van je binnenbanden te beperken, kan je de wielen van deze MTB omvormen tot Tubeless-wielen.

Daar heb je het volgende voor nodig:

- Tubeless-spray (antilekspray):

DECATHLON: PREVENTIEVE SPRAY VOOR TUBELESS READY BANDEN EN VELGEN (8550735)

 

DE STAPPEN:1. Demonteer het wiel2. Neem de buiten- en de binnenband van de velg3. Plaats het velglint4. Plaats een tubeless Schrader-ventiel langs binnen, via het gaatje in de velg5. Voeg de antilekspray toe6. Monteer je nieuwe, speciale Tubeless-band7. Pomp de band stevig op, zodat hij zich goed op de velg zet

Lijkt deze ingreep je toch wat te delicaat, vraag dan gerust aan de technici van je Decathlon-winkel om het voor je te doen.

Via de onderstaande link vind je alle nodige info om je Rockshox-voorvork af te stellen

Tijdens de eerste ritten met je nieuwe fiets zijn er altijd verschillende onderdelen die bewegen en zich nog moeten zetten.Dit is ook het geval voor de wielen die je hoort 'kraken', geluiden die het gevolg zijn van de spanning van tijdens de assemblage.Deze fiets heeft dubbelwandige velgen, die zijn steviger. Je wielen moeten dus niet worden uitgelijnd.Is dat wel het geval, loop dan even langs bij een van de Decathlon-ateliers. Daar rechten ze je wiel met plezier:1 - In het kader van het gratis nazicht 6 maanden na aankoop van de fiets 2- In het kader van onze polis voor fietsbreuk van 1 €, als je die hebt afgesloten (2 jaar geldig)

Jammer genoeg overkomt het ons allemaal wel eens. - De ondergrond (naalden, doorns, glas, spijkers ...)- Of het gebruik van de fiets (puntige obstakels zoals stenen, traptreden, stoepranden, putten in de weg ...)zijn het vaakst de oorzaak van perforatielekken (kleine gaatjes) of snakebites (kleine scheurtjes vlak bij elkaar).Als je echter vaker lekrijdt, dan kunnen dit de oorzaken zijn:- Slechte assemblage van het wiel in onze fabrieken, waardoor een van de spaakkoppen de binnenband doorboort- Een ongeschikte (poreuze) buiten- of binnenband- Een eerder lek dat slecht is gerepareerd, of een doorn, stukje glas, stukje metaal ... dat in de velg of buitenband is achtergebleven.Het is dus belangrijk dat je het lek eerst goed onderzoekt en alle vreemde deeltjes verwijdert voor je je band repareert.Weet je niet hoe je een band kunt (de)monteren, hoe een binnenband te herstellen of te vervangen?1- Het eenvoudigste is van je wiel afblijven en het tijdelijk te herstellen met een pechspray: Schroef het uiteinde van de tube op het ventiel van de lekke band (ventiel naar omlaag) en druk het busje zonder los te laten op het ventiel, om het schuim erin te laten. De buitenband krijgt zijn vorm en hardheid terug, je zal nu probleemloos weer huiswaarts kunnen keren 2- Heb je onze polis tegen breuk van 1 euro afgesloten, dan kan je je wiel zo laten repareren in een van de Decathlon-ateliers 3- Wil je je binnenband gewoon zelf repareren, check dan de onderstaande videotutorials voor meer uitleg.  

Je kan verschillende stappen nemen om je voorvork soepeler te maken: 1 - Doe een basisonderhoud: je kan je vork regelmatig onderhouden met een smeerkan. Breng enkele druppels olie aan op de centrale fietsvork en beweeg deze zodat de olie in de buitenpoten geraakt.2 - Laat een volledig onderhoud uitvoeren in ons Atelier.

Er zijn verschillende redenen waarom je mogelijk moeilijk kunt schakelen (kransjes).1- Controleer hoe de hulzen van de buitenkabels geplaatst zijn.Indien de kabelhulzen slecht geplaatst zijn, kan de kabel van de derailleur minder goed trekken waardoor je moeilijker kunt schakelen achteraan (kransjes). Als er een uiteinde verkeerd zit, zet het dan met de hand terug op zijn plaats.2- Het is mogelijk dat de binnen- en buitenkabels vastgelopen zijnAls je vooral moeite ondervindt om naar de kleinste versnellingen (kransjes) te schakelen en als de derailleur zelfs niet beweegt nadat je de schakelhendel gebruikt hebt, is het meer dan waarschijnlijk dat de binnenkabel en de buitenkabels vastgelopen zijn. Ze moeten dan vervangen worden.3- Breng je MTB binnen in het Atelier van je Decathlon-winkel om de derailleur opnieuw te laten afstellen 4- Om je SRAM-derailleur perfect af te stellen, heb je de speciale SRAM CHAINGAP TOOL nodig. Met dat tooltje kan je de afstand tussen het bovenste derailleurwieltje en de cassette perfect afstellen. 5- Controleer of de derailleurpad niet geplooid is. Is dat wel zo, check dan de rubriek MIJN DERAILLEURPAD IS STUK   NB: Als je regelmatig in vochtige en modderige omstandigheden gaat rijden of als je regelmatig met je mountainbike door grote waterplassen trekt, zul je je binnen- en buitenkabels vaker moeten vervangen. We raden je ten zeerste af om je fiets met de hogedrukspuit schoon te maken, omdat je dan al het vuil in de binnenkabels spuit.

Voor carbonframes en interne kabelvoering is het eerste wat je moet doen wanneer je een derailleurkabel vervangt, de kabel loskoppelen van de derailleur. Dat kan gewoon met een inbussleutel. De oude kabel gebruik je als referentie om een liner te plaatsen. Die liner is een soort van tijdelijke binnenkabel die het gemakkelijker maakt om de nieuwe kabel door het frame te leiden. Zodra je kabel is afgekoppeld, moet je de liner er dus langs halen tot hij uit het frame komt (aan de kabelingang). Let op dat je de liner goed rond de kabel schuift, zonder dat hij de kabel VOORTDUWT! Zodra je de liner hebt geplaatst, kun je de derailleurkabel uit het frame trekken. Zo blijft het kabeltracé binnenin het frame mooi vrij. Het wordt op die manier ook veel gemakkelijker om de nieuwe kabel te plaatsen en ter hoogte van de kabeluitgang uit te nemen. Zodra je de kabel door de liner hebt geschoven, kan je de liner zelf uitnemen.

Je remgreep voelt zachter aan en/of raakt je stuur voor je echt remt?Dan is het hoog tijd om je remsysteem te ontluchten.Loop even langs bij het Atelier van je Decathlon-winkel, en laat je helpen door onze vakkundige technici.

Een geplooide derailleurpad kan ervoor zorgen dat je derailleur niet meer goed uitgelijnd is en dus niet meer correct kan werken. Zet je achter je fiets en controleer of de uitlijning overeenkomt met onderstaande afbeelding. Ga achter je fiets staan en bekijk de uitlijning van de derailleur.Als het derailleurpad is scheefgetrokken, ga dan naar een Decathlon-aterlier om het te laten vervangen, of doe het zelf met behulp van dit filmpje.

Je hebt je ketting gebroken? Dan heb je twee mogelijkheden: 1- Doe de reparatie zelf met behulp van dit filmpje; je hebt wel een kettingpons en een snelschakel nodig.  2- Loop langs in een van onze Ateliers, en laat onze vakkundige technici je helpen.

Om je fiets goed schoon te maken, heb je een speciale fietsreiniger nodig, een spons en een borstel.

Spoel de fiets eerst af met de tuinslang voor je met reinigende middelen aan de slag gaat.

Gebruik vervolgens de spons en de borstel om de reiniger doeltreffend aan te brengen.

Laat het product even inwerken voor je de fiets afspuit.

Doe dat zeker van ver genoeg, om te vermijden dat je de mechanische onderdelen beschadigt.

Tot slot droog je je fiets best af met een droog, schoon en zacht doek.

Om het versnellingsapparaat van je fiets schoon te maken en te smeren, heb je een ontvettende spray nodig, een gepaste borstel en een smeermiddel.

Allereerst moet je je remschijven beschermen met een schoon doek, om te vermijden dat er vet op belandt.

Breng vervolgens ontvetter aan op het hele versnellingsapparaat. Ga met de borstel over de cassette, de ketting en de derailleurwieltjes.

Laat het middel een paar minuten inwerken en spoel dan af vanaf een zekere afstand.

Laat vervolgens alles even drogen voor je de hele transmissie opnieuw smeert.

Schud met het smeermiddel en breng het op de binnenkant van de ketting aan voor een doeltreffende werking. 

Is je versnellingskabel vuil, geroest of beschadigd, gaat schakelen stroef of springt je ketting soms op een foute versnelling?

Dan is de kabel dringend aan vervanging toe! Om dat te doen heb je een waterpomptang nodig, een schroevendraaier, een kabelkniptang, een inbussleutel en een nieuwe set derailleurkabels.

Haal eerst de kabel uit de mantel. Haal het eindkapje van de kabel uit de shifter en schakel naar de laatste versnelling. Knip vervolgens de kabel door om de hele kabel en vervolgens ook de mantel te verwijderen.

Bepaal vervolgens de juiste lengte van de kabelmantel door hem op de MTB te leggen. Knip door en plaats de hoedjes op de uiteinden. Je kan nu de kabel installeren.

Bevestig de kabel aan de shifter en haal hem door de mantel. Zodra je die handeling hebt uitgevoerd, plaats je het eindkapje weer op de shifter en maak je de kabel vast aan de derailleur. Om je transmissie af te stellen, span je de kabel aan als het lastig is om op te schakelen, en ontspan je hem als het lastig is om lager te schakelen.

Als je klaar bent knip je de kabel af en bevestig je het kabelhoedje aan het uiteinde met de waterpomptang.

Een achterwiel uitnemen en terugplaatsen wanneer je fiets is uitgerust met een lock-out en derailleurkooi, is een vrij specifieke handeling.

Leg allereerst je ketting op het laatste kransje en deblokkeer vervolgens de derailleurkooi.

Om het wiel af te nemen open je gewoon de snelspanner, zonder hem te ontregelen.

Bij het hermonteren leg je de ketting weer op het laatste kransje. Sluit de snelspanner, zet de derailleurkooi weer vast om te vermijden dat je ketting gaat verspringen ... en klaar!

Om een lekke band te repareren, heb je nodig: een pomp, een badje met water, een doek en een plakset voor binnenband.

Pomp de binnenband lichtjes op. Haal de band door het badje met water om het lek te lokaliseren.

Zodra je het gaatje gevonden hebt, droog je de binnenband met het doek en ruw je de plek van het lek met het stukje schuurpapier dat bij de plakset zit.

Zo maak je het oppervlak van de binnenband klaar en zorg je ervoor dat de lijm optimaal hecht.

Breng de lijm royaal aan rond het gaatje en wacht 3 tot 5 minuten.

Tot slot kleef je de bandenplakker over het gaatje. Druk een paar minuten aan.

Je kan nu je binnenband weer op je wiel leggen! 

 

Voor deze handeling heb je nodig: remblokken, een platte schroevendraaier en een inbussleutel van 3 mm.

Haal allereerst het wiel uit het frame. Gebruik vervolgens een grote schroevendraaier om de blokken te spreiden en de zuigers in hun originele positie te brengen.

Verwijder vervolgens de borgpen van de blokken en haal de remblokken uit hun behuizing. Maak de nieuwe remblokken klaar door de contraveer tussen de twee te plaatsen.

Plaats de nieuwe blokken in de remhoef en plaats tot slot de borgpen terug.

Je kan nu het wiel terugplaatsen. Doe nog even een visuele controle om na te gaan of de blokken goed zitten en niet over de remschijf schuren.

Voor deze ingreep heb je een inbussleutel van 5 mm nodig.

Schroef de remhoef los, laat het wiel draaien en bedien de remgreep. Het is belangrijk dat je de remgreep ingeduwd houdt voor je de hoef terug vastschroeft. 

Vervolgens doe je een visuele controle om na te gaan of de schijf en de remblokken nog contact maken. 

Voor deze operatie heb je een nieuwe derailleurpad nodig, die past op je fiets (check de rubriek ONDERDELEN) en een inbussleutel van 5 mm.

Haal het wiel uit de fiets, en demonteer de beschadigde derailleurpad met het juiste gereedschap.

Plaats de nieuwe pad op het frame. 

Haal het stuk van de oude pad van de voorderailleur voor je het nieuwe onderdeel monteert met de inbussleutel van 5 mm.

Nu rest je enkel nog om de derailleur op de nieuwe pad te monteren en te checken of je weer vlot schakelt.

Voor deze handeling heb je nodig: een kettingpons, een nieuwe ketting en een snelschakel.

Leg de ketting op het laatste kransje en op het kleinste blad. 

Verwijder eerst de snelschakel met een snelschakeltang, neem vervolgens de oude ketting uit de transmissie.

Leg de nieuwe ketting op het laatste kransje en op het kleinste blad, zo kan je de juiste lengte gemakkelijker bepalen.

De ketting moet rakelings langs het bovenste derailleurwieltje lopen.

Zodra je de lengte hebt bepaald, geef je de ketting de juiste lengte met de kettingpons.

Tot slot plaats je de snelschakel op de ketting en draai je een keer met de pedalen, zodat de snelschakel in het bovenste deel van de ketting zit. Druk de schakel aan met de hand, om te verzekeren dat hij perfect zit.