De gemiddelde aanbevolen bandendruk is 1,8 bar. Als je meer comfort en grip zoekt EN/OF als je lichter bent dan 70 kg, kun je de bandendruk met 10% verminderen, zonder onder 1,6 bar (minimaal aanbevolen druk) te gaan. Je verhoogt dan wel de kans op een lekke band op onverhard terrein. Aarzel niet om regelmatig de druk van je banden te controleren.

Je stuur staat standaard afgesteld in de hoogste positie (met de rug zo recht mogelijk, dus het meest comfortabel).

Om aerodynamischer te fietsen en efficiënter te trappen, kan je je stuur lager zetten zodat je in een lagere positie zit (met de rug meer gebogen, dus sportiever).

Je kunt dat doen door de balhoofdspacers onder de stuurpen te verplaatsen door de stappen uit dit filmpje te volgen.

Het frame van de ST 900 beschikt over een snelspanner.

Ga rechtop staan naast je zadel. Maak de snelspanner los met de hendel. Verstel je zadel zodat het even hoog komt als je bekken.

Vergrendel de snelspanner door de hendel opnieuw te sluiten.

Bekijk ook onze instructievideo voor meer details.

De B'TWIN U-Fit-vork is ontwikkeld om het verstellen van je vork zo eenvoudig mogelijk te maken. Het is een heel slim systeem: je draait aan de draaiknop tot je je gewicht ziet verschijnen op de bovenkant van je vork. Door aan de knop te draaien wordt de veer meer of minder samengedrukt om deze aan te passen aan je gewicht.

Wanneer je voor de eerste keer op je fiets gaat rijden, zijn de remblokjes en -schijven nog nieuw. Ze hebben dan nog niet hun optimale rendement. Wanneer je aanhoudend remt (bijvoorbeeld in een afdaling) of de rem niet diep genoeg indrukt, kunnen de remblokjes smelten en "verglazen". We raden je dan ook aan om je remblokjes in te remmen zodat je je remmen probleemloos kunt blijven gebruiken. Tien rembeurten zijn voldoende om je remmen in te remmen. Onder remmen verstaan we een sterke snelheidsvermindering van 25 tot 5 km/u, zonder dat je het wiel blokkeert en door slechts één rem per keer te gebruiken.

Om het risico op een lekke band of beknelling van je binnenbanden te beperken, kan je de wielen van deze MTB omvormen tot TUBELESS-wielen.

Daar heb je het volgende voor nodig:

 

- Een paar TUBELESS-banden:

DECATHLON: MTB-BAND ALL TERRAIN 9 GRIP 27.5X2.10 TUBELESS READY / ETRTO 54-584 (8386245)

- Velglint van 21 mm: 

ALLTRICKS: VELGLINT NOTUBES YELLOW TAPE 21 MM VOOR 5 VELGEN

- Een paar TUBELESS Schrader-ventielen:

ALLTRICKS: NO FLATS JOE'S TUBELESS SCHRADER-VENTIELEN VAN 36 MM (AUTO)

- Tubeless-spray (antilekspray):

DECATHLON: ANTILEKVLOEISTOF VOOR TUBELESS READY-BANDEN EN -VELGEN (8550735)

 

INSTRUCTIES:1. Demonteer het wiel 2. Verwijder de buiten- en binnenband van de velg 3. Bevestig het velglint 4. Plaats een TUBELESS Schrader-ventiel langs binnen, via het gaatje in de velg 5. Breng de antilekvloeistof aan 6. Monteer je nieuwe TUBELESS-band 7. Pomp de band stevig op, zodat hij zich goed op de velg zet. Lijkt dit je wat te moeilijk, ga dan gerust naar je dichtstbijzijnde DECATHLON-atelier om het klusje te laten uitvoeren.

Tijdens de eerste ritten met je nieuwe fiets zijn er verschillende onderdelen die bewegen en zich nog moeten zetten. Dat is ook het geval voor de spaken van je wielen die je hoort 'kraken'. Dat geluid wordt veroorzaakt door de residuele torsie tijdens de montage. Je fiets heeft dubbelwandige velgen (aan de binnenkant van de wielen) die steviger zijn. Normaal gezien hoef je de wielen dus niet uit te lijnen. Is dat toch het geval? Ga dan naar een van onze DECATHLON-ateliers om die lichte slag gratis te laten herstellen:1- In het kader van de gratis controle binnen de eerste zes maanden na je aankoop. 2- In het kader van onze schadeverzekering van € 1, als je die hebt afgesloten (2 jaar geldig). Bericht voor ouders:bepaalde handelingen die jongeren vaker doen (wheelies op de achterwielen, slippen, van trottoirs rijden, ...) kunnen, als ze te vaak gedaan worden, ook leiden tot speling aan het achterwiel en verkeerde uitlijning van de velg. Als je ziet dat je kind dit vaak doet, zul je hem of haar hierop moeten wijzen.

Jammer genoeg overkomt het ons allemaal wel eens. De ondergrond (naalden, doorns, glas, spijkers, ...) of het gebruik van de fiets (puntige obstakels zoals stenen, traptreden, stoepranden, putten in de weg, ...) zijn het vaakst de oorzaak van perforatielekken (kleine gaatjes) of snakebites (kleine scheurtjes vlak bij elkaar). Als je echter vaak een lekke band hebt, dan kunnen dit de oorzaken zijn:- Slechte assemblage van het wiel in onze fabrieken, waardoor een van de spaakkoppen de binnenband doorboort. - Een ongeschikte (poreuze) buiten- of binnenband. - Een eerder lek dat slecht is gerepareerd, of een doorn, stukje glas, stukje metaal, ... dat in de velg of buitenband is achtergebleven. Het is dus belangrijk dat je het lek eerst goed onderzoekt en alle vreemde deeltjes verwijdert voor je je band repareert. Weet je niet hoe je een band kunt (de)monteren of hoe je een binnenband moet herstellen of vervangen? 1- Dan kun je beter van het wiel afblijven en het tijdelijk herstellen met een pechspray: Draai het uiteinde van het buisje op het ventiel van de lekke band (met het ventiel omlaag) en druk het buisje zonder los te laten op het ventiel, om het schuim erin te spuiten. De buitenband krijgt zijn vorm en hardheid terug, zodat je veilig naar huis kunt rijden. 2- Heb je onze schadeverzekering van 1 euro afgesloten, dan kan je je wiel laten repareren in een van de DECATHLON-ateliers. 3- Wil je je binnenband gewoon zelf repareren, bekijk dan de onderstaande instructiefilmpjes.  

Je kan verschillende dingen doen om je voorvork soepeler te maken: 1- Controleer de afstelling opnieuw: ga daarvoor naar het punt 'DE HARDHEID VAN MIJN VORK AFSTELLEN' 2- Voer een basisonderhoud uit: je kan je vork regelmatig onderhouden met wat olie. Breng enkele druppels olie aan op de centrale fietsvork en beweeg deze zodat de olie in de buitenpoten geraakt. 3- Laat een volledig onderhoud uitvoeren in ons atelier.

Er zijn verschillende redenen waarom je mogelijk moeilijk kunt schakelen (tandwielen). 1- Controleer hoe de hulzen van de buitenkabels geplaatst zijn. Indien de kabelhulzen slecht geplaatst zijn, kan de kabel van de derailleur minder goed trekken waardoor je achteraan moeilijker kunt schakelen achteraan (tandwielen). Als er een uiteinde verkeerd zit, zet het dan met de hand terug op zijn plaats. 2- Het is mogelijk dat de binnenkabel en buitenkabels vast zitten. Als je vooral moeite ondervindt om naar de kleinste versnellingen (tandwielen) te schakelen en als de derailleur zelfs niet beweegt nadat je de schakelhendel gebruikt hebt, is het waarschijnlijk dat de binnenkabel en buitenkabels vast zitten. Ze moeten dan vervangen worden. Dat kan in een van onze DECATHLON-ateliers of gewoon bij je thuis, door het volgende instructiefilmpje te volgen. 3- Breng je MTB naar een DECATHLON-atelier om de derailleur opnieuw te laten afstellen. 4- Controleer ook of de derailleurpad niet stuk is. Is dat wel zo, check dan het gedeelte 'MIJN DERAILLEURPAD IS STUK'. NB: Als je regelmatig in vochtige en modderige omstandigheden gaat rijden of als je regelmatig met je mountainbike door grote waterplassen trekt, zul je je binnen- en buitenkabels vaker moeten vervangen. We raden je ten zeerste af om je fiets met een hogedrukreiniger schoon te maken, omdat je dan al het vuil in de binnenkabels spuit. 

Geeft je remgreep minder weerstand en/of raakt deze je stuur voor je echt remt? Dan is het hoog tijd om je remsysteem te ontluchten. Loop binnen in een van onze DECATHLON-ateliers om je door een van onze vakmensen te laten helpen.

Een kapotte derailleurpad kan ervoor zorgen dat je derailleur niet meer goed uitgelijnd is en dus niet meer correct kan werken. Ga achter je fiets staan en controleer de uitlijning van je derailleur. Is de derailleurpad gebogen of gebroken, ga dan naar een van onze DECATHLON-ateliers om dit onderdeel te laten vervangen, of doe het zelfs met behulp van dit filmpje.

Is je ketting stuk? Dan heb je twee mogelijkheden: 1- Voer de reparatie zelf uit met behulp van dit filmpje, een kettingpons en een snelschakel.  2- Loop binnen in een van onze DECATHLON-ateliers om de reparatie door een van onze technici te laten uitvoeren.

Om je fiets goed te reinigen, heb je een fietsreiniger, een spons en een borstel nodig. Spoel je fiets eerst af met water. Gebruik vervolgens een spons en een borstel om het reinigingsproduct efficiënt aan te brengen. Vergeet niet om het product eerst te laten inwerken voordat je je fiets afspoelt. Ga niet te dichtbij staan zodat je de mechanische elementen niet beschadigt. Droog je fiets vervolgens af met een droge, schone en zachte doek.

Om je transmissie te reinigen en smeren heb je een ontvettingsspray, een aangepaste borstel en een smeermiddel nodig. Bescherm eerst je schijf met een schone doek zodat er geen vet op kan komen. Breng vervolgens de ontvettingsspray op de transmissie aan en wrijf met de borstel over de cassette, de ketting en de derailleurwieltjes. Laat enkele minuten inwerken en ga vervolgens niet te dichtbij staan om je fiets af te spoelen. Laat de transmissie even drogen voordat je begint te smeren. Schud de bus met het smeermiddel en smeer je ketting aan de binnenkant voor de beste resultaten. 

Is je transmissiekabel vuil, verroest, beschadigd of kun je moeilijk schakelen? Dan moet je je transmissiekabel vervangen! Om de transmissiekabel te vervangen, heb je een tang, een schroevendraaier, een kabelkniptang, een inbussleutel en een nieuwe set derailleurkabels en kabelmantels nodig. Begin met de kabel uit de kabelmantel te halen. Maak het kapje van de shifter los en zet je fiets op de laatste versnelling. Knip vervolgens de kabel door zodat je de volledige kabel uit de mantel kunt halen. Houd de kabelmantel vervolgens tegen je MTB om de juiste lengte te bepalen. Knip de mantel door en plaats de dopjes aan de uiteinden. Je kunt de kabelmantel nu aan je fiets bevestigen. Bevestig de kabel aan de shifter en trek hem door de kabelmantel. Als je hiermee klaar bent, bevestig je het kapje weer aan de shifter en maak je de kabel aan de derailleur vast. Span de kabel strakker aan als je moeilijk naar een hogere versnelling kunt schakelen en minder strak als het terugschakelen minder vlot loopt. Zodra je klaar bent, knip je de kabel af en maak je het dopje vast met de tang.

Om een lekke band te herstellen, heb je het volgende nodig: een pomp, een bak met water, een doek en een reparatieset voor binnenbanden. Pomp de binnenband lichtjes op. Leg hem in een bak met water om het gaatje te vinden. Als je het gaatje gevonden hebt, droog je de binnenband af met een doek. Wrijf met het schuurpapiertje zachtjes over de binnenband. Hierdoor maak je de band klaar om de patch aan te brengen en zorg je ervoor dat de lijm goed blijft zitten. Smeer een vrij grote hoeveelheid lijm rond het gaatje en wacht 3 tot 5 minuten. Bevestig de patch op het gaatje en druk enkele minuten aan. Nu hoef je je binnenband alleen nog maar in je buitenband te plaatsen! 

Om de remplaatjes te vervangen, heb je het volgende nodig: remplaatjes, een platte schroevendraaier en een inbussleutel van 3 mm. Maak eerst je wiel los. Gebruik vervolgens een platte schroevendraaier om de plaatjes uit elkaar te halen en de ventielen in hun oorspronkelijke positie te plaatsen. Verwijder de pin die de plaatjes bij elkaar houdt en haal de plaatjes uit de houders. Plaats ondertussen de veer tussen de nieuwe plaatjes. Bevestig de nieuwe plaatjes in de remhoef en steek de pin erdoor. Maak het wiel opnieuw vast en kijk of de plaatjes niet tegen de schijf schuren door even met het wiel te draaien.

Om de remhoef van je schijfrem af te stellen, heb je een inbussleutel van 5 mm nodig. Schroef de remhoef los, draai aan het wiel en duw de remgreep in. Houd de remgreep ingedrukt voordat je de remhoef opnieuw vastschroeft. Kijk vervolgens of de schijf en de plaatjes nog tegen elkaar komen. 

Deze reparatie voer je uit met een nieuwe derailleurpad die geschikt is voor je fiets (zie het gedeelte "ONDERDELEN") en een inbussleutel van 5 mm. Gebruik het gereedschap om het wiel van je fiets te halen en de beschadigde derailleurpad te vervangen. Bevestig de nieuwe derailleurpad aan het frame. Verwijder eerst de oude derailleurpad voordat je de nieuwe met de inbussleutel van 5 mm monteert. Nu moet je alleen nog je derailleur op je nieuwe derailleurpad bevestigen en je versnellingen controleren.

Om de ketting te vervangen, heb je het volgende nodig: een kettingpons, een nieuwe ketting en een snelspanner. Leg de ketting op het laatste tandwiel en op het kleinste blad. Maak eerst de snelspanner los met een tang voor snelspanners en verwijder vervolgens de oude ketting uit de transmissie. Leg de nieuwe ketting op het laatste tandwiel en het kleinste blad zodat je de juiste lengte eenvoudig kunt bepalen. Span de ketting strak aan langs de bovenste leirol van het bovenste derailleurwieltje. Gebruik de kettingpons om de ketting op de juiste lengte af te knippen. Bevestig de snelspanner en laat de ketting met de pedalen ronddraaien tot de snelspanner bovenaan ligt. Duw met je hand om ervoor te zorgen dat de ketting in de juiste positie ligt.

Bevestig de SET SPATBORDEN MTB op je ROCKRIDER ST 900

Bevestig de ACHTERSTANDAARD 500 BASE op je ROCKRIDER ST 900

Bevestig de DRINKBUSHOUDER 500 ZWART op je ROCKRIDER ST 900