MTB ROCKRIDER XC 100 DEORE 29"

Als je fiets net uit de winkel komt, zijn de remblokken en schijven nog nieuw. Je kunt dan nog niet op volle kracht remmen. Bij fors en aanhoudend koud remmen (bijvoorbeeld in een afdaling), kunnen de remblokken oververhit raken en "verglazen".

Die verglazing maakt de remmen onbruikbaar, daarom raden we aan om je remmen in te remmen. Dit doe je door met elke rem een tiental keer te remmen. Inremmen wil zeggen sterk vertragen van 25 naar 5 km/u, maar zonder je wiel te blokkeren en door slechts één rem tegelijk te gebruiken.

Als je een dun, glad en glanzend laagje op je remblokken ziet, dan zijn ze wellicht verglaasd. Om dit te verhelpen en te voorkomen dat je ze moet weggooien, kun je ze ontglazen met relatief fijn schuurpapier (korrel 120). Draag handschoenen en een mondkapje terwijl je je remblokken schuurt. Monteer je remblokken vervolgens terug op je fiets en rem ze opnieuw in.

De minimale en maximale bandendruk in de originele montage met binnenband (tubetype) staan op de zijkant van de band.

Houd er echter rekening mee dat de bandendruk een kwestie van persoonlijke voorkeur is en afhangt van je gewicht, het terrein waarop je fietst en je gevoel.
Je moet dus het juiste compromis vinden tussen traprendement (hard opgepompt) en comfort/grip (minder hard opgepompt).

Hiervoor kun je als volgt te werk gaan:
zoek een kort traject (5-10 minuten) met zoveel mogelijk verschillende ondergronden (modder, oneffen terrein, met boomwortels, kasseien…). Pomp de banden tot de aanbevolen maximumdruk op en maak een rondje. Als je vindt dat de banden te hard zijn en dat je niet genoeg comfort hebt of te weinig grip in de bochten, dan laat je er wat lucht uit. Fiets opnieuw een rondje tot je de optimale bandendruk hebt gevonden.

Let erop dat je niet onder de aanbevolen minimumdruk gaat, om te voorkomen dat je band bekneld of lek raakt.
Goed opgepompte banden zijn essentieel bij het mountainbiken. Controleer dan ook regelmatig de bandendruk.

TUBELESS is een goede manier om het uiterste uit je band te halen. De druk is minder hoog (zo'n halve bar) dan bij een tubetype band. Omdat de band minder hard is opgepompt, kan het "karkas" in contact komen met de grond. Zonder te worden tegengehouden door een binnenband.

Als je tubeless rijdt, is het doel om de druk te verlagen zodat je optimaal voordeel haalt uit het werk van de band, maar zonder dat de velg de grond raakt als je over een hindernis rijdt.

Let erop dat de druk niet hoger is dan 3 bar bij een TUBELESS-montage, om te voorkomen dat de aluminium velgen vervormen.

Voorbeeld van een prof: Joseph DE POORTERE weegt 73 kg en pompt zijn 29"-banden op" tot 1,5 bar vooraan en 1,8 bar achteraan wanneer hij bij droog weer en op oneffen terrein fietst, en tot 1,3 bar vooraan en 1,6 bar achteraan bij regenweer.

Goed opgepompte banden zijn essentieel bij het mountainbiken. Controleer dan ook regelmatig de druk van je banden.

Wil je het risico op een lekke band of beknelling van je binnenband vermijden, meer grip en meer comfort, dan kan je de wielen van je MTB omvormen tot TUBELESS-wielen. De wielen en banden (HUTCHINSON KRAKEN) zijn Tubeless Ready, dat wil zeggen dat er al een waterdicht velglint op zit en dat de band geschikt is voor tubeless. Je hebt alleen nog een paar tubeless PRESTA-ventielen en antilekvloeistof nodig. Draag handschoenen en een veiligheidsbril om je te beschermen bij een eventuele klapband.

Om je wielen om te vormen naar tubeless, volg je de volgende stappen:

1. Demonteer het wiel
2. Haal de originele buiten- en binnenband van de velg
3. Controleer of het velglint goed vastgeplakt zit en geen luchtbellen of sneetjes vertoont
4. Plaats een TUBELESS PRESTA-ventiel langs de binnenkant, via het gaatje in de velg
5. Voeg 90 ml antilekvloeistof toe
6. Monteer de TUBELESS-band
7. Pomp de band stevig op, zodat hij zich goed op de velg zet. Opgelet: pomp nooit harder op dan 3 bar, om te voorkomen dat je de aluminium velgen beschadigt.

Zie je het niet zitten om dit zelf te doen? Geen probleem, je kan altijd terecht in het atelier van een DECATHLON-winkel in je buurt waar ze het met plezier voor jou doen.

De MANITOU MARKHOR-vork stel je af op basis van je rijstijl, de ondergrond en je persoonlijke voorkeur, en vooral ook op basis van je gewicht.

De aanbevolen druk volgens je gewicht vind je op de linkerbuitenpoot van je vork.

Met de druk kun je de zogenaamde sag regelen, het percentage invering wanneer je op je fiets gaat zitten. Om soepeler en comfortabeler te fietsen, kies je voor veel sag (20% tot 25%). Wil je vooral presteren en meer efficiëntie, dan kies je voor minder sag (15% tot 20%).

De terugvering (of rebound) bepaalt hoe snel de vering terugkeert naar zijn oorspronkelijke positie na het absorberen van een schok. We raden aan om de rebound in te stellen op basis van je conditie en niveau. Het reboundknopje zit onder de rechterpoot van je vork (zie foto).

Nu je de aanbevolen instellingen voor je vork hebt bepaald, kan je het gedeelte "DE SAG VAN DE VORK AFSTELLEN" raadplegen.

Nadat je de gewenste instellingen van je vork hebt bepaald, heb je de hulp nodig van een tweede persoon. Verder heb je nog een hogedrukpomp voor veringen en een meetlint, meetlat of liniaal nodig.

Pomp je vering eerst op volgens de aanbevolen instellingen op de buitenpoot van je vork. Vraag vervolgens aan de persoon die je helpt om je MTB vast te houden zodat je erop kunt gaan zitten. Meet de lengte van de binnenpoten zodra je stabiel op je fiets zit. Als je 80 mm meet, wil dat zeggen dat je binnenpoten 20 mm in de buitenpoten schuiven. Je hebt dan met andere woorden een sag van 20% (100x20%=20). Om de sag te verhogen, moet je de druk van je vering verlagen. Wil je de sag verlagen, dan moet je je vering nog wat verder oppompen.

OPMERKING: Denk eraan dat het ventieldopje dient om je ventiel tegen stof te beschermen en de druk van de vering niet tegenhoudt. Het heeft dus geen enkele zin om het te hard dicht te draaien!

Om je mountainbike goed schoon te maken, heb je fietsreiniger, een spons en een borstel nodig.

Spoel de fiets af met de tuinslang voordat je het reinigingsproduct aanbrengt. Gebruik vervolgens de spons en de borstel om het product doeltreffend aan te brengen. Het is belangrijk om het product te laten inwerken voordat je de fiets afspoelt.
Blijf met het spuitstuk van de tuinslag op een redelijke afstand zodat je de mechanische elementen niet beschadigt.
Droog tot slot je fiets af met een droge, schone en zachte doek.

Gebruik nooit een hogedrukreiniger, het water zou in de kogellagers kunnen dringen en je mountainbike voorgoed beschadigen.

Hiervoor heb je het volgende nodig: nieuwe remblokken, een platte schroevendraaier en een inbussleutel van 3 mm.

Haal allereerst het wiel van je fiets. Gebruik vervolgens een grote schroevendraaier om de remblokken te spreiden en de zuigers in hun originele positie te brengen.

Verwijder de borgpen en draai het schroefje los dat de remblokken op hun plaats houdt. Haal de remblokken vervolgens uit hun behuizing. Maak de nieuwe remblokken klaar door de veer ertussen te plaatsen.

Plaats de nieuwe remblokken in de remklauw, draai de schroef aan en steek de borgpen op zijn plaats.

Nu kan je het wiel terugplaatsen. Rem vervolgens een tiental keer om de remblokken dichter bij elkaar te brengen. Doe nog even een visuele controle om na te gaan of je remblokken goed op hun plaats zitten en niet tegen de remschijf schuren. Vergeet niet om je nieuwe remblokken in te remmen.

Je hebt een inbussleutel van 5 mm nodig.

Schroef de remklauw los en knijp de remhendel in. Het is belangrijk dat je de remhendel ingeduwd houdt voor je de remklauw weer vastschroeft, met 6,8 Nm.

Vervolgens doe je een visuele controle om na te gaan of de schijf en de remblokken nog contact maken.

Als de remhendel los komt te zitten en/of het stuur raakt voor je echt remt, is het tijd om het remsysteem te ontluchten. Om optimaal te kunnen remmen is het aan te raden je remmen een keer per jaar te ontluchten. 

Ga naar een van onze DECATHLON-ateliers om dit door onze technici te laten doen.

De vork is een van de onderdelen van je mountainbike die het het zwaarst te verduren krijgen en moet dan ook strikt onderhouden worden om veilig en comfortabel over lastige paden te kunnen rijden. We raden dus aan om je vork regelmatig te onderhouden.

Er zijn verschillende onderhoudsbeurten nodig om de levensduur van je vork maximaal te verlengen:

Na elke rit dien je het vuil van de binnenpoten en de stofwerende dichtingen te halen. Op die manier komt er zo weinig mogelijk vuil in de buitenpoten terecht. Je kunt ook wat teflonvet gebruiken om te voorkomen dat de dichtingen uitdrogen. Veeg het teveel aan vet wel af om te voorkomen dat het stof zich ophoopt.

De twee volgende onderhoudsbeurten zijn complexer omdat je er de vork voor moet demonteren. Ben je niet zeker of heb je niet het juiste gereedschap? Breng je mountainbike dan naar een DECATHLON-atelier waar onze medewerkers het onderhoud voor jou doen. Als je het zelf wil doen, vind je de uitleg in de handleiding van de vork, die vind je onderaan de pagina in de rubriek HANDLEIDINGEN.

Na 50 uur gebruik kun je het basisonderhoud uitvoeren, waarbij je de smeerolie, de schuim- en de schraperafdichtingen vervangt. Voor dit onderhoud moet je de vork demonteren. Ben je niet zeker of heb je niet het juiste gereedschap? Breng je mountainbike dan naar een DECATHLON-atelier waar onze medewerkers het onderhoud voor jou doen. Wil je wel zelf aan de slag, neem dan een kijkje in de onderhoudshandleiding van je vork, die vindt je onderaan de pagina in de rubriek HANDLEIDINGEN.

Na 200 uur gebruik kun je een volledig onderhoud doen van je vork, waarbij je alle dichtingen, de smeerolie en de olie in de demper vervangt.

Met een versleten ketting kun je niet meer goed schakelen en verslijten je cassette en je kettingblad sneller.

Met een kettingtester kun je nagaan in hoeverre je ketting versleten is. Het volstaat om het haakje tussen twee schakels van je ketting te plaatsen en de andere kant op de ketting te laten vallen. Als de tester volledig tussen twee schakels doorvalt, is de ketting versleten en moet je hem zo snel mogelijk vervangen om je cassette en kettingblad niet te beschadigen.

Voor cassettes met 11 of 12 versnellingen raden we aan om de ketting te vervangen zodra je 50% slijtage vaststelt. Zit je voorbij de 75%, dan moeten de ketting, de cassette EN het kettingblad worden vervangen. Daarom is het beter je ketting regelmatig te vervangen, om te vermijden dat de volledige transmissie vroegtijdig verslijt.

Om een lekke band te repareren, heb je het volgende nodig: een pomp, een teiltje water, een doek en een reparatieset voor binnenband.

Pomp de binnenband een beetje op. Om het lek te vinden kun je de binnenband door het water halen of voor je lippen houden, zodat je voelt waar de lucht ontsnapt en zo het gaatje vindt.

Zodra je het gaatje gevonden hebt, droog je de binnenband af met een doek en schuur je hem op met het schuurpapier dat bij de reparatieset zit. Zo zorg je ervoor dat de lijm straks optimaal hecht.

Breng royaal lijm aan rond het gaatje en wacht 3 tot 5 minuten.

Plak dan de bandenplakker op het gaatje en houd enkele minuten goed op zijn plaats.

Nu kun je de binnenband opnieuw in de buitenband stoppen!

Om een TUBELESS band te repareren, volg je de volgende stappen: 

1/ Haal het voorwerp dat het lek heeft veroorzaakt uit de band.
2/ Reinig het gat met een vijl waarop je een laagje lijm hebt aangebracht.
3/ Plaats de wiek in de naald. Forceer gerust, zo verzeker je de luchtdichtheid!
4/ Bedek de wiek en de naald met lijm.
5/ Duw de helft van de wiek in het gat.
6/ Verwijder de wiek voorzichtig uit de naald.
7/ Snijd de wiek af op 3 mm van het karkas van de band.

Dit kun je doen voor kleine scheurtjes tot 6 mm. Als het lek groter is, kun je de band beter vervangen. 

Door het rijden en het nemen van hindernissen kan de spanning van je spaken veranderen en kan er een slag in je wiel komen.

Tijdens de eerste ritten met je nieuwe fiets zijn er altijd verschillende onderdelen die bewegen en zich nog moeten zetten. Dat is ook zo voor de spaken in je wielen, die je misschien hoort "kraken". Dat geluid wordt veroorzaakt door de resterende torsie van de assemblage. Het is meestal niet nodig om het wiel te richten. Is dat toch het geval? Geen probleem! Je kunt tijdens de eerste 6 maanden na je aankoop je fiets gratis laten nakijken in een van onze DECATHLON-ateliers om die lichte afwijking bij te stellen.

Wil je zelf je wiel richten, dan heb je minstens een spaaksleutel nodig en eventueel ook een centreervoet en een centreerboog.

Plaats je fiets op een reparatiestandaard of zet hem ondersteboven, op zijn zadel. Demonteer je wiel en haal de band en binnenband eraf. Monteer het wiel nu zonder band weer op je fiets (of op de centreervoet) en ga ervoor staan. Laat het wiel draaien en controleer of het recht draait ten opzichte van het frame van je fiets. Als je wiel op en neer gaat ten opzichte van de verticale as, zeggen we dat er een "sprong" in zit; als je wiel lijkt te slingeren op de horizontale as, dan zit er een "slag" in.

Om dit te corrigeren, volstaat het om de spaken ter hoogte van de slag of sprong wat vaster of losser te draaien. Je kunt ook een beroep doen op een van onze DECATHLON-ateliers om je wielen te richten.

Als je achteraan slecht kunt schakelen en je shifter niet goed reageert, dan zitten de binnenkabel en buitenkabels mogelijk klem.

Je zal ze moeten vervangen om opnieuw goed te kunnen schakelen. Hiervoor kun je terecht bij een DECATHLON-atelier of je kan het zelf doen met behulp van dit filmpje. 

NB: Als je regelmatig gaat mountainbiken in vochtige en modderige omstandigheden, of regelmatig je mountainbike schoonmaakt met heel veel water, zal je de binnen- en buitenkabels vaker moeten vervangen. We raden sterk af om je fiets schoon te maken met een hogedrukreiniger, omdat je zo het vuil nog dieper in de buitenkabels spuit.

Een verbogen derailleurpad leidt ertoe dat de derailleur niet meer goed uitgelijnd is en dus niet meer correct kan werken.

Ga achter je fiets staan en bekijk de uitlijning van je derailleur.
Is de derailleurpad verbogen of gebroken, ga dan naar een DECATHLON-atelier om hem te laten vervangen. Je kan hem ook zelf vervangen met behulp van dit filmpje.

Fietsketting gebroken? Repareer hem zelf met behulp van dit filmpje of breng je fiets naar een DECATHLON-atelier om het door onze technici te laten doen.

Om je ketting zelf te repareren, heb je het volgende nodig: een kettingpons, een missinglinktang, een nieuwe ketting en een snelsluiting.

Plaats de ketting op het laatste tandwiel. Verwijder de snelsluiting met de missinglinktang of met een kettingpons en haal de ketting van de transmissie. Leg de nieuwe ketting op het laatste tandwiel en het kleinste blad zodat je de juiste lengte eenvoudig kan bepalen. De ketting moet rakelings voor het grootste kransje van het bovenste derailleurwieltje lopen. Zodra je de lengte hebt bepaald, knip je de ketting op de juiste lengte af met de kettingpons.

Plaats tot slot de snelsluiting op de ketting en maak een omwenteling zodat de snelsluiting op het bovenste deel van de ketting komt te liggen. Druk hem met de hand aan om er zeker van te zijn dat hij optimaal zit.

Op de originele montage van deze MTB XC 100, met een kettingblad met 32 tanden en een 11x51-cassette, bestaat de ketting uit 114 schakels (57 m/v-paren)

Zorg ervoor dat je altijd een snelsluiting bij je hebt als je gaat mountainbiken. Als je ketting dan breekt, kan je hem makkelijk ter plaatse repareren.

Om de slijtage van de cassette na te gaan, kijk je gewoon naar de staat van de tandwielen. Hebben ze puntige, scherpe tanden, dan is de cassette aan vervanging toe. Denk eraan dat een versleten ketting zorgt voor vroegtijdige slijtage van je cassette, vergeet dus niet om regelmatig de staat van je ketting te controleren.

Je kunt je cassette in een DECATHLON-atelier laten vervangen of je kan het zelf doen.

Hiervoor heb je een compatibele cassette-afnemer (in dit geval een cassette-afnemer van SHIMANO) en een kettingzweep nodig. Demonteer je achterwiel en plaats je kettingzweep op een vrij groot tandwiel om de cassette tegen te houden. Plaats vervolgens de cassette-afnemer in het midden van de cassette en schroef de cassette los met een sleutel terwijl je met de zweep voorkomt dat ze ronddraait. De cassette is nu los van het wiel en je kan ze er makkelijk afhalen.

Voordat je de nieuwe cassette plaatst, maak je eerst de freewheelbody goed schoon. Je kunt ook de tandjes licht invetten om het demonteren in de toekomst te vergemakkelijken. Plaats de nieuwe cassette op de freewheelbody en draai het geheel vast. Het heeft geen zin om overmatig hard aan te draaien. Als je een momentsleutel hebt, stel je die in op 40 Nm.