LD 940 E 

Ja, de elektrische ondersteuning start alleen wanneer je trapt!

Dankzij de trapkrachtsensor in de motoreenheid wordt je trapsnelheid doorgestuurd naar de boordcomputer, die op zijn beurt de motor inschakelt.

De geleverde ondersteuning wijzigt volgens de gekozen ondersteuningsstand (1, 2 of 3). In stand 1 zal je harder moeten trappen dan in stand 3 om dezelfde snelheid te halen.

Daarom raden we aan om stand 3 te gebruiken als je bergop fietst, omdat je trapkracht dan minder groot is.

De aanbevolen ideale bandenspanning bedraagt 3,5 bar.

Bij een nieuwe fiets is het remvermogen beperkt omdat de remblokken en -schijven nog nooit werden gebruikt. Daarom raden we aan om in het begin niet koud en continu te remmen want dat kan leiden tot oververhitting en "verglazing" van de remblokken.

Om dat verschijnsel te vermijden, moet je de remmen inremmen.

Hierbij gebruik je afwisselend de voor- en achterrem, zodat de remblokken en schijf na elke keer remmen goed worden geventileerd. Voor een correcte inremprocedure moet het inremmen gebeuren met het gewicht van de gebruiker. Het doel is om een gelijkmatig remoppervlak te creëren tussen de schijf en de remblokken.

Het remmen moet geleidelijk gebeuren, om twee redenen.
1/ De remvoering en de schijven moeten in contact worden gebracht om een gemeenschappelijk raakvlak te creëren.
2/ De remblokken en remschijven moeten geleidelijk worden opgewarmd.

💡 We raden sterk aan om de hele hieronder beschreven inremprocedure te volgen.

Voor je begint met het inremmen:
- Als de remblokken niet worden gewijzigd: dan volstaat het om de remschijf te reinigen met een schijfontvetter of product op basis van isopropylalcohol en een schone doek.
- Als de remblokken worden gewijzigd (bijv. van halfmetalen naar organische remblokken): in dat geval raden we sterk aan om de remschijf te vervangen.
Reken op ongeveer dertig minuten om je remmen correct in te remmen zodat je remmen efficiënt werken.
Als je de remblokken voor- en achteraan vervangt, vergeet dan niet om bij de volgende 3 stappen af te wisselen tussen voor- en achterrem. Zo voorkom je oververhitting van de remblokken.

Wat heb je nodig?
- je gebruikelijke bescherming (fietshelm enz.)
- een fietscomputer of gps
- een veilige omgeving (rechte lijn, doodlopende straat, park, parking, ...)
- een vlakke en droge ondergrond: om te voorkomen dat modder- of waterspatten op het remsysteem komen. Dan bestaat immers het risico dat het inremmen niet correct gebeurt.  

De procedure stap voor stap

STAP 1: AAN 15 KM/U
Fiets tot je een snelheid van 15 km/u haalt
Rem geleidelijk met één rem tot je vertraagt tot 5 km/u, zonder te stoppen
Laat de rem los en rijd enkele tientallen meters om de schijf en de remklauw goed te ventileren
Herhaal deze stap 10 keer, afwisselend met de voor- en achterrem.

STAP 2: AAN 20 KM/U
Fiets tot je een snelheid van 20 km/u haalt
Rem geleidelijk met één rem tot je vertraagt tot 5 km/u, zonder te stoppen
Laat de rem los en rij enkele tientallen meters om de schijf en de remklauw goed te ventileren
Herhaal deze stap 10 keer, afwisselend met de voor- en achterrem.

STAP 3: AAN 25 KM/U
Fiets tot je een snelheid van 25 km/u haalt
Rem geleidelijk met één rem tot je vertraagt tot 5 km/u, zonder te stoppen
Laat de rem los en rij enkele tientallen meters om de schijf en de remklauw goed te ventileren
Herhaal deze stap 10 keer, afwisselend met de voor- en achterrem.

Opgelet: Als je een dun, glad en glanzend laagje op je remblokken ziet, zijn ze verglaasd. Om dat te verhelpen en te voorkomen dat je ze moet weggooien, kun je ze ontglazen met relatief fijn schuurpapier (korrel 120). Draag handschoenen en een mondkapje terwijl je je remblokken schuurt. Monteer je remblokken daarna weer op je fiets en rem ze opnieuw in.

Als je een regenboogpatroon op de schijven ziet en je remmen minder goed werken (knarsen, piepen enz.), wil dat zeggen dat je remblokken “verglaasd” zijn (oververhitte remblokken met een glad, glanzend oppervlak). Als dat het geval is, aarzel dan niet om naar een Decathlon-atelier te gaan.

De batterij is perfect geschikt om mee te fietsen in de regen, maar je mag ze niet onderdompelen of schoonspuiten met een hogedrukreiniger.

Hetzelfde geldt trouwens voor het display en de andere onderdelen en elektrische kabels.

We raden je wel aan om je fiets zoveel mogelijk op een droge plek te stallen.

Geen probleem! Je fiets schakelt zichzelf na enkele minuten uit wanneer je hem niet gebruikt.

Onder het kopje 'PROBLEMEN OPLOSSEN' vind je een hele lijst van veelgestelde vragen waar je mogelijk een antwoord kan vinden in geval van een probleem met je elektrische fiets LD 940E CONNECT.


Via het assistentieformulier kan je ook terecht bij onze technici. Zij antwoorden met plezier op al je vragen en helpen je om je probleem op te lossen.
Je kan ook altijd je fiets naar een van onze ateliers brengen, waar onze fietsexperts hem graag onder handen nemen. 

1. Controleer of er geen vuilresten het opladen belemmeren
De aansluitingen van de lader en de batterij moeten schoon zijn. Verwijder alle vuilresten die een goed contact tussen de lader en de batterij verhinderen.

2. Controleer de aansluiting batterij > lader > stopcontact.
> Controleer of de gebruikte lader de oorspronkelijke lader van Decathlon is.
> Sluit de lader aan op de batterij en op het stopcontact..

Het duurt 5 uur om een volledige lege batterij helemaal op te laden.

3. Mogelijk zijn alleen de ledlampjes op de batterij stuk.
Maak een afspraak met een atelier van Decathlon voor reparatie.

Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact met ons op via het assistentieformulier of maak een afspraak met een atelier van Decathlon.

1. Zorg ervoor dat je de batterij gebruikt en opbergt zoals het hoort.

De actieradius van je fiets hangt af van verschillende factoren:

> DE BELASTING VAN JE FIETS: Als de fiets heel zwaar geladen is zal de actieradius kleiner zijn.

> DE ROUTE: Als je veel bergop moet rijden is de actieradius kleiner.

> DE BANDENSPANNING: De actieradius zal groter zijn als je banden opgepompt zijn tot minstens 3,5 bar en maximaal 5 bar.

> DE BUITENTEMPERATUUR: Bij koud weer is de actieradius kleiner (tot wel 50% kleiner).

> DE GEBRUIKTE ONDERSTEUNINGSSTAND: Het is aan te raden een lagere ondersteuningsstand te kiezen als het batterijniveau laag is.

> JE TRAPKRACHT: Je moet trappen om verder te kunnen rijden. Een elektrische fiets blijft in de eerste plaats een fiets. Je moet je snelheid dus aanpassen aan het terrein.


2. Een oudere batterij presteert minder goed.
De actieradius zal dan verminderen. Loop gerust binnen in een Decathlon-atelier om de staat van je batterij te laten controleren.

Opgelet, de LD 920 E is een elektrische fiets met vermogenssensor.

Als je stopt met trappen, stopt de ondersteuning.

Kies een hogere ondersteuningsstand als het trappen te zwaar wordt.

Het is overigens normaal dat de ondersteuning uitschakelt boven de 25 km/u, dat is geen defect.

Krijg je desondanks toch geen ondersteuning, hapert de ondersteuning of valt ze uit, volg dan deze instructies:

1. Controleer het batterijniveau

2. Laat het systeem afkoelen
Bij hoge temperaturen of na een lange rit kan het gebeuren dat het elektrische systeem oververhit raakt. Laat de fiets dan een paar minuutjes afkoelen voor je de trapondersteuning opnieuw inschakelt.


3. Kies een andere ondersteuningsstand dan nul
Als het display stand 0 aangeeft, is het normaal dat er geen elektrische ondersteuning is.
Kies stand eco, tour of turbo.
Zodra je een stand hebt gekozen, begin je te trappen. Duw goed op de pedalen.
Verhoog de ondersteuningsstand (3 is de krachtigste) wanneer je merkt dat je zelf te veel kracht moet leveren om ondersteuning te krijgen.

Werkt de elektrische ondersteuning desondanks nog altijd niet, ga dan even langs in een van onze Decathlon-winkels.

Fout nr. 10 (UNDER_VOLTAGE): Batterij leeg - ACTIE: Laad de batterij op > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 42 (ANGLE_SENSOR_ERROR_1) : Fout in de werking van de motor - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 203 (MOTOR_HALL_HIGH): Fout interne sensor motor - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 204 (MOTOR_HALL_LOW): Fout interne sensor motor - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 205 (SPEED_SENSOR): Fout van de snelheidssensor - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Controleer de instellingen van de fiets > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 207 (DRIVER_OVT): Temperatuur printplaat motor te hoog - ACTIE: Belast de motor minder > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 221 (M1_TRANSMISSIE): Fout aandrijving 1 - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 222 (M2_TRANSMISSIE): Fout aandrijving 2 - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 223 (M1_OVERTEMPERATURE): Temperatuur aandrijving 1 te hoog - ACTIE: Belast de motor minder > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 224 (M2_OVERTEMPERATURE): Temperatuur aandrijving 2 te hoog - ACTIE: Belast de motor minder > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 225 (OUTPUT_TRANSMISSION): Mechanisch probleem in de motor - ACTIE: Breng je fiets naar het atelier

Fout nr. 226 (ERROR_DRV_M1): Fout kalibratie aandrijving 1 - ACTIE: Start de motor in stilstand > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 227 (ERROR_DRV_M2): Fout kalibratie aandrijving 2 - ACTIE: Start de motor in stilstand > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 228 (ERROR_M1_ANGLE_CALIB): Fout kalibratie aandrijving 1 - ACTIE: Start de motor in stilstand > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 229 (ERROR_M2_ANGLE_CALIB): Fout kalibratie aandrijving 2 - ACTIE: Start de motor in stilstand > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 230 (ERROR_NOBATTERY_DETECTED): De motor vindt de batterij niet - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 231 (CPU_INTERNAL): Fout motorkaart - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 232 (CALIBRATION_CONFIG): Fout kalibratie motor - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 233 (CAN_MISSINGBMS): De motor vindt de batterij niet - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 234 (BUS_VOLT_SENSOR): Fout motorkaart - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 235 (WDOGTIMER_COUNTER): Fout motorkaart - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 236 (DKT_DU_ERR209_COUNT): Fout motorkaart - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 237 (M1_ROTOR_BLOCKED): Fout motorkaart - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 238 (CPU_TEST): Fout motorkaart - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 239 (TEMP_SENSOR): Fout motorkaart - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 240 (CRANK_TRANSMISSION): Fout motorkaart - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 241 (MISSING_CAN_HMI): De motor vindt het scherm niet - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 242 (MISSING_CAN_IOT): De motor vindt de IOT niet - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

Fout nr. 243 (ERROR_SAFETY): Fout motorkaart - ACTIE: Zet de fiets uit en weer aan > Als de foutmelding blijft verschijnen, breng je de fiets naar het atelier

De bluetooth van de fiets heeft momenteel nog geen functie, maar dit werd voorzien voor toekomstige verbeteringen en functies.
De Decathlon Mobility-app verbindt niet via bluetooth met de fiets, maar via het gsm-netwerk.