1. Controleer of de stekker in een stopcontact zit dat werkt (door een lamp of ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan te sluiten).

2. Controleer of het andere uiteinde van de stroomkabel is aangesloten op je loopband.

3. Controleer of de veiligheidssleutel goed in de console zit.

4. Controleer of de hoofdschakelaar naast de stroomkabel op stand I staat.

5. Controleer of de I/O-schakelaar aan gaat, als dat niet het geval is moet je de zekering vervangen:
https://players.brightcove.net/3415345270001/DOHosj6Wy_default/index.html?videoId=ref:p1786030_1

De band zit te los:

=> Kies de tab "Hoe controleer ik of mijn loopband goed aangespannen is?" in de rubriek ONDERHOUD VAN MIJN PRODUCT.

1. Schoenen:
=> Het geluid dat je hoort, kan afkomstig zijn van het schuren van je schoenen op de loopband. Bekijk het filmpje hieronder om te controleren of het geluid niet afkomstig is van je schoenen

2. De schroeven zitten los:
=> Draai alle schroeven van de staander aan.

3. De band bevindt zich niet in het midden:
=> Ga naar het tabblad "De loopband centreren" in de rubriek ONDERHOUD.

4. De band moet worden gesmeerd:
=> Ga naar "De loopband smeren" onder ONDERHOUD.

5. Ik hoor een klikgeluid wanneer de loopband draait en het wordt luider naarmate de snelheid toeneemt:
Dat komt door de warmteafdichting van de loopband wanneer elke rol eroverheen gaat (zie onderstaande video)
Je moet de loopband een paar keer gebruiken voor de warmteafdichting soepeler wordt en het geluid afneemt!

De band zit te strak:

=> Kies de tab "Hoe controleer ik of mijn loopband goed aangespannen is?" in de rubriek ONDERHOUD VAN MIJN PRODUCT.

Opgelet: de hartslagband is niet inbegrepen bij de aankoop!

Je kunt de bluetooth-hartslagband (BLE = Bluetooth Low Energy of Smart) met referentie 8334795 aanschaffen op onze site decathlon.be of rechtstreeks in je Decathlon-winkel.

*Als de hartslagband correct is geïnstalleerd, wordt de band automatisch gedetecteerd en wordt de hartslag, in slagen per minuut, weergegeven op het consolescherm.
OPGELET:
Je hartslagband mag niet zijn verbonden met een ander apparaat, zoals een smartwatch, smartphone etc.
De hartslagband kan dan namelijk niet worden verbonden met je loopband.

*Ook andere banden met dezelfde technologie (BLE) zijn compatibel.

Werkt het apparaat normaal maar heb je problemen met de app? 
Klik op "Mijn app" voor mogelijke oplossingen.

- Maakt het mogelijk om een BLE-hartslagband te koppelen.
(BLE = Bluetooth Low Energy of Smart)

- Maakt het mogelijk om verbinding te maken met apps (Domyos E-connected, Kinomap en Zwift...)

Controleer allereerst of je loopband is aangesloten op het stroomnet en of de veiligheidssleutel verwijderd is.

1. Druk de knoppen "STOP" en "+" van de snelheid tegelijk in gedurende 3 seconden.
(De melding "SOUND" verschijnt)

2. Druk twee keer op de knop "START/PAUSE" om "bt" weer te geven.

4. Druk op de knop "+" of "-" van de snelheid om de functie op ON of OFF te zetten.

5. Druk op "STOP" om je wijziging te bevestigen.

6. Nu kan je de loopband weer gebruiken.

De "USB-C-poort" dient alleen om je tablet of smartphone aan te sluiten en opgeladen te houden.

Elke 200 km geeft het startscherm de melding 'SERV' weer.
(SERV = SERVICE)

Deze melding is een belangrijke onderhoudswaarschuwing die aangeeft dat je loopband moet worden gesmeerd.
*Wil je weten hoe je je loopband kunt smeren, kijk dan bij de FAQ "DE LOOPBAND SMEREN" in de rubriek "ONDERHOUD VAN MIJN PRODUCT".

Gebruik uitsluitend het volgende smeermiddel:  
https://www.decathlon.be/fr/p/kit-lubrifiant-pour-tapis-de-course-150ml/_/R-p-119636?mc=8326425

Je kunt er als volgt voor zorgen dat de melding verdwijnt:
Zodra de veiligheidssleutel in het apparaat is gestoken en het SERV-bericht verschijnt, druk je de knop "STOP" en de knop "SPEED +" gedurende 3 tot 5 seconden gelijktijdig in.

Controleer allereerst of je loopband is aangesloten op het stroomnet en of de veiligheidssleutel verwijderd is.

1. Druk de knoppen "STOP" en "+" van de snelheid tegelijk in gedurende 3 seconden.
(De melding "SOUND" verschijnt)

2. Druk op de knop "START/PAUSE" om "UNITS" weer te geven.

3. Op je display verschijnt de gebruikte meeteenheid: UNIT MI voor mijl of UNIT KM voor kilometer.

4. Druk op de knop "+" of "-" van de snelheid om de eenheid te wijzigen.

5. Druk op "STOP" om je wijziging te bevestigen.

6. Nu kan je de loopband weer gebruiken.

Controleer allereerst of je loopband is aangesloten op het stroomnet en of de veiligheidssleutel verwijderd is.

1. Druk de knoppen "STOP" en "+" van de snelheid tegelijk in gedurende 3 seconden.
(De melding "SOUND" verschijnt)

2. Druk drie keer op de knop "START/PAUSE" totdat er "time" wordt weergegeven.
"time" = het totale aantal gebruiksuren.

3. Druk vier keer op de knop "START/PAUSE" totdat er "dist" wordt weergegeven.
"dist" = het totale aantal afgelegde kilometers.

5. Druk op "STOP" om af te sluiten.

6. Nu kan je de loopband weer gebruiken.

Controleer allereerst of je loopband is aangesloten op het stroomnet en of de veiligheidssleutel verwijderd is.

1. Druk de knoppen "STOP" en "+" van de snelheid tegelijk in gedurende 3 seconden.
(De melding "SOUND" verschijnt)

2. Druk op de knop "+" of "-" van de snelheid om het volume te wijzigen.

- OFF = Geen pieptoon
- 1 = 25% van het maximumvolume
- 2 = 50% van het maximumvolume
- 3 = 75% van het maximumvolume
- 4 = 100% van het maximumvolume

KOPPELEN:
1- Steek de veiligheidssleutel in het apparaat.
2- Druk de knoppen "+" en "-" gelijktijdig gedurende 3 seconden in.

Als het batterijniveau 1% of minder is, zal de powerknop in het midden van de afstandsbediening oplichten en een paar seconden rood knipperen voordat de afstandsbediening uit gaat.

E1: Communicatieprobleem tussen de console en de besturingskaart.

1. Schakel de loopband uit met de on/off-schakelaar, wacht een minuut en zet de loopband dan weer aan.

> Als dat het probleem niet oplost, ga je naar stap 2

2. Schakel de loopband uit met de on/off-schakelaar en haal de stekker uit het stopcontact.  

3. Controleer of de consolekabel goed is aangesloten op de console en de besturingskaart.

4. Controleer of de pinnen van de consolekabel niet verbogen of afgebroken zijn.

5. Controleer of de consolekabel zelf niet beschadigd, bekneld of gebroken is.

> Als dat het probleem niet oplost, ga je naar stap 6

6. Het beschadigde onderdeel (kabel, console of besturingskaart) moet worden vervangen. Neem contact op met de technische dienst.


E2: Motor geblokkeerd.

1. Schakel de loopband uit met de on/off-schakelaar, wacht een minuut en zet de loopband dan weer aan.

> Als dat het probleem niet oplost, ga je naar stap 2

2. Zet de loopband aan zonder dat er iemand op staat.

3. Als de band begint te lopen, kun je gaan trainen.

> Ga naar stap 4 als dit het probleem niet oplost.

4. Controleer of de kabels van de motor correct zijn aangesloten op de besturingskaart en of ze niet beschadigd zijn.

> Ga naar stap 5 als dit het probleem niet oplost.

5. Neem contact op met de technische dienst.


E3: Storing van de motorsensor.

1. Schakel de loopband uit met de on/off-schakelaar, wacht een minuut en zet de loopband dan weer aan.

> Als dat het probleem niet oplost, ga je naar stap 2

2. Schakel de loopband uit met de on/off-schakelaar en haal de stekker uit het stopcontact.

3. Controleer of de kabel van de motorsensor correct is aangesloten op de besturingskaart en niet beschadigd is.

> Als dat het probleem niet oplost, ga je naar stap 4

4. Het beschadigde onderdeel (motor of besturingskaart) moet worden vervangen. Neem contact op met de technische dienst.


E4: Het veiligheidsrelais van de besturingskaart is beschadigd.

1. Schakel de loopband uit met de on/off-schakelaar, wacht een minuut en zet de loopband dan weer aan.

> Als dat het probleem niet oplost, ga je naar stap 2.

2. De besturingskaart moet worden vervangen. Neem contact op met de technische dienst.


E5: Overstroombeveiliging van de motor.

1. Schakel de loopband uit met de on/off-schakelaar, wacht een minuut en zet de loopband dan weer aan.

> Ga naar stap 2 als dit het probleem niet oplost

Het beschadigde onderdeel (motor of besturingskaart) moet worden vervangen. Neem contact op met de technische dienst.


E7: Over- of onderspanningsbeveiliging van het elektriciteitsnet in je huis..

1. Schakel de loopband uit met de on/off-schakelaar, wacht een minuut en zet de loopband dan weer aan.

> Als dat het probleem niet oplost, ga je naar stap 2

2. Controleer of de loopband niet is aangesloten via een verlengsnoer of stekkerdoos. Het toestel moet direct op een geaard stopcontact zijn aangesloten.

3. Laat door een technicus controleren of de spanning van het stopcontact in je huis tussen 135 VAC en 279 VAC ligt.

> Als dat het probleem niet oplost, ga je naar stap 4

4. Het beschadigde onderdeel (besturingskaart) moet worden vervangen. Neem contact op met de technische dienst.


E11: Oververhitting van de besturingskaart.

1. Schakel de loopband uit met de on/off-schakelaar, wacht een minuut en zet de loopband dan weer aan.

> Als dat het probleem niet oplost, ga je naar stap 2

2. Ga na of de loopband niet in een te warme omgeving staat (veranda, achter een raam in de zon, …). De loopband moet afkoelen.

1- Schakel je loopband uit en haal de stekker uit het stopcontact.

2 - Doe wat milde allesreiniger op een katoenen doek.
Breng het product nooit direct aan op je loopband en gebruik geen ammoniak- of zuurhoudende schoonmaakmiddelen.

3 - Veeg het bedieningspaneel en scherm af.

4 - Verwijder stof en eventuele vlekken van de leuningen, staanders, voetsteunen, het frame en de motorafdekking.
Veeg ook de treeplanken naast de loopband af.

Het is belangrijk om je loopband regelmatig te onderhouden, voor een optimaal gebruik en om ervoor te zorgen dat je apparaat langer meegaat.
We raden aan dit zeker te doen als de "SERVICE"-melding op het scherm verschijnt.

1 - Smeer de loopband na 200 km.
Raadpleeg hiervoor de veelgestelde vragen hierboven: "DE LOOPBAND SMEREN".

2 - Haal de stekker uit het stopcontact en haal de afdekkap van de motor om de binnenkant voorzichtig te stofzuigen.
Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "ZELF REPAREREN" om te ontdekken hoe je de afdekkap kunt verwijderen.

3 - Controleer alle externe onderdelen en draai ze nog eens aan.
Je kunt hiervoor het montagefilmpje of de handleiding raadplegen.

Niet op een vochtige plek opbergen, niet buiten laten staan en niet opbergen op een veranda in de volle zon.

Leg een geschikte grondmat (type Domyos-trainingsmat) onder je loopband.

Uitsluitend voor thuisgebruik.

Max. gewicht gebruiker: 130 kg.

Pak de inbussleutel die werd meegeleverd met de loopband:  
1. Start de loopband op lage snelheid (4 km/u).  
2. Steek de sleutel in de schroef aan de kant waarnaar de band afwijkt.  
3. Draai steeds een kwartslag met de klok mee (wacht 30 seconden tussen elke kwartslag) tot de positie van de band weer correct is.

De spanning van de loopband COMPACT RUN100 moet idealiter tussen de 0,40 en 0,49 bedragen.
De motorstroomspanning moet zonder belasting en koud worden ingesteld.
(Als je de spanning instelt als de loopband warm is, zal de waarde verkeerd zijn, omdat de loopband losser raakt bij hogere temperaturen.)

Opgelet: Die spanning is een indicatie voor een optimale afstelling. Het is echter niet noodzakelijk om de band opnieuw aan te spannen als de waarde lager is en als je band soepel blijft lopen (de band verschuift niet, geen schokken).
Een te strak aangespannen band kan ervoor zorgen dat de rollen of motor vroegtijdig slijten.

Controleer de spanning op de console:
- als de waarde te laag is, span je de band strakker aan.
(Aanspannen doe je door de 2 schroeven van de achterste looprol met de klok mee aan te draaien).

- als de waarde te hoog is, maak je de band losser.
(Losser maken doe je door de 2 schroeven van de achterste looprol tegen de klok in los te draaien).

*Een halve slag met de sleutel = 0,03

Voor het afstellen: kies de tab "spanning van de loopband'" in de rubriek ONDERHOUD.

De spanning controleren op de console:
1. Plaats je voeten op de treeplanken.
2. Verwijder de veiligheidssleutel en druk tegelijk gedurende 3 seconden op de knoppen "START" en "STOP".
3. Op het scherm verschijnt 'START'. Druk nu op de knop " START " en plaats de veiligheidssleutel terug.
4. De loopband schakelt in met 5 km/u, de spanning wordt weergegeven. (Pas aan indien nodig).
5. Druk op de knop " STOP " om af te sluiten.

Het is belangrijk dit regelmatig te doen (om de 200 km) om ervoor te zorgen dat je loopband lang meegaat.

Gebruik hiervoor uitsluitend het smeermiddel van Domyos (ref.: 8326425) dat je kunt bestellen in je Decathlon-winkel of op onze website via de knop "DOMYOS-SMEERMIDDEL" hieronder.

1 en 2. Twee keer sprayen aan elke kant onder de band is voldoende.
3. Laat de loopband na het smeren 5 minuten onbelast draaien met 5 km/u.

1. Kijk de motor en de aandrijfriem na 600 gebruiksuren of 3600 km* na
2. Vervang de loopband na 500 gebruiksuren of na 3000 km*
3. Vervang de loopplank na 700 gebruiksuren of na 4200 km*
4. Vervang de rollen na 600 gebruiksuren of na 3600 km*


*Wil je het totale aantal gebruiksuren en de totale afgelegde afstand weten, kijk dan bij de veelgestelde vragen " BEKIJKEN WELKE AFSTAND EN HOEVEEL TIJD JE AL HEBT GELOPEN OP DE LOOPBAND" in de rubriek PROBLEMEN OPLOSSEN.